Galerie Peters Palet

Voor meer informatie:

Peter Kraamer

06 - 209 608 59

info@peterspalet.com

Veel van de schilderijen zijn gemaakt op basis van gebeurtenissen uit de Bijbel of preken. Een aantal schilderijen gaan over het dagelijks leven. 

 

Voor meer uitleg over de Bijbelverhalen verwijzen wij u naar het boekje 'De Bijbel in een notendop', verkrijgbaar via de website EVGG.nl. 

Pointe du Raz - Bretagne

(2021) Zicht op de uiterste zuidelijke kaap op de kop van Bretagne, Pointe du Raz. Daar achter strekt zich de eindeloze oceaan uit. Gezien vanaf Pointe du Van ter hoogte van Chapelle Saint - They. De vuurtoren Phare de la Vielle staat als een rots in de branding ver in zee.


Kees van der Staaij

(2025) Schilderij naar aanleiding van een verkiezingsposter


Grote kerk Dordrecht

(2025) Gezien vanaf de zijkant aan de gracht langs de Potterskade. 


Paarden bij Hoeve Hildernisse

(2025) Een mooi beeld op het wandelpad tussen bezoekerscentrum Kraaijenberg en Hoeve Hildernisse Bergen op Zoom.

Een smal wandelpad met aan weerskanten struikgewas met dit mooie doorkijkje.

Dit is de locatie


Job

(2025) Uitgebeeld Job 1 vers 20 en 21 : Toen stond Job op en scheurde zijn mantel en schoor zijn hoofd, en viel op de aarde en boog zich neder.

En hij zeide: Naakt ben ik uit mijners moeders buik gekomen en naakt zal ik daarheen wederkeren. De HEERE heeft gegeven en de HEERE heeft genomen, de Naam des HEEREN zij geloofd.


Het verbond van God met Abraham

(2024) In oosterse tijden was er een traditie bij het sluiten van een verbond. Dieren werden gedeeld en uit elkaar gelegd. Daartussen ontmoeten de twee mensen elkaar die een verbond sloten. Abram moest dat in opdracht van God ook klaarleggen. Maar er gebeurde niets. Een hele dag probeerde hij de roofvogels weg te houden bij het vlees en viel ten slotte in een diepe slaap. Toen kwam er een vurige fakkel middendoor.

Lees meer ...

Genesis 15:18  “Te dienzelve dage maakte de HEERE een verbond met Abram…”     

Met Abram en zijn nageslacht maakt de HEERE een verbond. Nadat wij als mensen in het paradijs het verbond verbroken hebben wordt het hier opnieuw geheeld.

Abram wordt eerst naar buiten gebracht en moet hij de sterren tellen met de vraag of hij ze tellen kan. Dat is onmogelijk. Zo talrijk zal zijn nageslacht worden. Een wonder, want Abram en Sarai konden geen kinderen krijgen. Er ligt ook al de belofte in dat het een schare zal zijn die niemand tellen kan die ingaan zal in het Koninkrijk van God. Zoek dat eerst!

Dan moet hij dieren offeren en deze in stukken delen en elk aan een kant leggen. Deze wijze van handelen was in die tijd gewoon bij het sluiten van een verbond tussen twee veldheren. Als het gereed lag kwam van elke zijde iemand aangelopen en naderden ze elkaar in het midden. Dit beeld gaf aan dat als iemand het verbond zou breken er bloed zou vloeien, maar ook dat de twee gescheiden delen van de dieren bij elkaar hoorden. Ze verbonden wat bij elkaar hoort aan elkaar.

Voor Abram was dit dus herkenbaar dus hij wist een soort van wat er ging gebeuren, alleen er was geen andere partij waar hij zaken mee moest doen. Wat had dit te betekenen? Er volgde een lange dag van waken. Abram was zo trouw geweest. Hij had alles keurig in orde gemaakt. Als de Heere sprak dan volgde Abram, ook al begreep hij niet alles. Maar hoe moest het nu verder? Er kwamen roofvogels op de stukken af. Abram ging ze wegjagen. Een hele dag lang. Ten slotte valt hij in een diepe slaap, zelfs dat er een duisternis over hem was. En dan tegen de zonsopgang komt er een rokende fakkel middendoor en gaat de HEERE spreken.


Ps. 105 : 5 “t’ verbond met Abraham, Zijn vrind, bevestigt Hij van kind tot kind.”


Het zwaard in de Bijbel

(2019) In de Bijbel wordt een aantal keer het zwaard als voorbeeld gebruikt om iets uit te beelden.

Bij de Hof van Eden staat een engel met een zwaard op wacht, zodat Adam en Eva daar niet meer in kunnen. Daar was alles zo goed. Door de zonde die ze daar gedaan hebben tegen God hebben zij zich buitengesloten, en daarmee ook alle mensen op deze wereld.

God had gezegd dat de mens die zou zondigen, sterven moet in een eeuwige dood, en dat is nu hun vooruitzicht. Maar er is hoop... Bij kerst is de Zoon van God, de Heere Jezus naar de aarde gekomen, heeft als mens geleefd en is daar gestorven aan het kruis. In het Bijbelboek Zacharia wordt dat bedoeld met de tekst: Slaat die Herder. Met de Herder wordt Jezus bedoeld. En met de schapen worden de mensen bedoeld die buitengesloten zijn maar door geloof in Hem weer zalig kunnen worden.

Lees meer...

Het zwaard in Genesis

Te beginnen bij het zwaard wat de engel in zijn hand heeft in het paradijs, nadat Adam en Eva gezondigd hadden. Genesis 3 : 24  “En Hij dreef den mens uit; en stelde cherubim tegen het oosten des hofs van Eden, en een vlammig lemmer eens zwaards, dat zich omkeerde, om te bewaren den weg van den boom des levens” Opvallend is dat de Heere niet alleen een muur zet om het aardse paradijs, maar ook de boom des levens afschermt. Het Leven, Christus, daar kunnen ze niet meer bijkomen. Daarom is het zwaard op het schilderij zo in het midden afgebeeld, als zwevende tussen Adam en Eva op de voorgrond en de boom des levens op de achtergrond. De majesteit Gods wordt in dit koninklijke, blinkende zwaard uitgedrukt. De kleuren op de achtergrond benadrukken dood en leven. Alles vóór het zwaard dood, achter het zwaard leven.

Uitleg schilderij

De voorgrond is een kale vlakte waar alle leven uit is. Linksonder de hele wereld die samen met de zonden van Adam en Eva onder de vloek van de wet liggen. Gij zult den dood sterven. Achter het leven uitgebeeld door de velden van Efratha. Met het hemelse licht van de zingende engelen rechtsboven. Kudden schapen in het veld. De donkere vlekken de holen of grotten waar de kribben in te vinden waren. De bergen zijn bultige bergen.  Ps. 16: 16 “De berg Basan is een berg Gods; de berg Basan is een bultige berg.”

Het zwaard in Zacharia

Het zwaard wordt ook genoemd in Zacharia 13 : 7 “Zwaard! ontwaak tegen Mijn Herder, en tegen den Man, Die Mijn Metgezel is, spreekt de HEERE der heirscharen; sla dien Herder, en de schapen zullen verstrooid worden; maar Ik zal Mijn hand tot de kleinen wenden.” Het zwaard valt linksboven op Golgotha aan. De punt zal Hem aan het kruis treffen en niet de zondaar.  Jes. 53:  “De straf, die ons den vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden”

Het zwaard, de bijl volgens Thomas Boston

Wat een genade als de bebloede punt van het zwaard uw hart doorsteekt. Onder het zwaard een man in het wit die een tak van een boom afhakt. Dat beeld  is genomen uit “De viervoudige staat” van Thomas Boston, de twaalf slagen. De tak, de oude mens, wordt met bijlslagen van de oude boom afgeslagen, dat doet pijn. De predikers worden daarvoor gebruikt. De tak moet worden ingeënt  in de Boom des Levens; Christus. Daarom is er onderaan de Boom des Levens een rood plekje te zien waar nog een plaats is voorbereid.


Gelijk een duif door 't Zilverwit

(2020) In Psalm 68 wordt in het zevende vers een duif genoemd. Een duif die hoog vliegt en beschenen wordt door het licht van zonnestralen. Die duif werd daardoor zo mooi, een groengele glans was te zien op zijn veren. Het duifje blonk, nog mooier dan de witte sneeuw van de bergen. Zo mooi is het leven met God, als Zijn Licht op ons schijnt.

Lees meer...

Deze duif is geschilderd, zoals beschreven in de Bijbel, Psalm 68. De kleuren zijn groengelig, géluwen goud. 

Vers 7
Gelijk een duif, door 't zilverwit,
En 't goud, dat op haar veed'ren zit,
Bij 't licht der zonnestralen
Ver boven and're voog'len pronkt,
Zult gij, door 't Godd'lijk oog belonkt,
Weer met uw schoonheid pralen.
Wanneer Gods onweerstaanb're hand
De vorsten uit het ganse land
Verstrooid had en verdreven,
Ontving zijn erfdeel eed'ler schoon,
Dan sneeuw, hoe wit zij zich vertoon',
Aan Salmon ooit kon geven.


Een duif is kwetsbaar op de grond voor roofdieren. Die vallen vanaf boven makkelijk aan en duiken op hun prooi. Dat beeld wordt in de Psalm 68 vers 14 gebruikt. Rechtsonder op het schilderij is de plaats met bloed nog te zien waar de duif aangevallen werd. Maar door Gods hand werd ze opgetild en nam een hoge vlucht. De zonnestralen beschijnen haar vleugels, zoals Gods kind door God beschenen zal worden.  Dat is zaligheid.


De Leeuw uit Juda's stam uit de roof opgeklommen

(2022) Een leeuw is een machtig dier, de koning van de dieren. Dat straalt hij door zijn houdig en machtig gebrul. Niemand zal het wagen zijn prooi van hem te nemen.

Lees meer ...

Dit beeld wordt bedoeld in de Bijbeltekst Genesis 49 vers 9. 

"Juda is een leeuwenwelp! gij zijt van den roof opgeklommen, mijn zoon! Hij kromt zich, hij legt zich neder als een leeuw, en als een oude leeuw; wie zal hem doen opstaan?"

Jacob geeft zijn zoon Juda deze zegen. Uit het nageslacht van Juda is Jezus geboren.

Jezus Christus is naar de aarde gekomen om als mens geboren te worden en ook te sterven. Nadat hij is opgestaan uit de dood, Pasen, heeft hij bij Hemelvaart als het ware al Zijn kinderen bij God de Vader gebracht. Die buit zal niemand hem meer ontnemen, ook de duivel niet. De Koning beschermt hen.


Zacheus in de boom

(2023) Het Bijbelverhaal van Zacheus doet zich voor in Jericho en is beschreven in Lukas 19. Het was heel druk in die oude stad in Israel.

Op een dag komt Jezus door de straten. Hij had ook van hem gehoord en wilde hem graag zien. Om niets te kunnen missen, maar ook niet direct op te vallen, klom hij in de boom.

Lees meer...

Maar voor God kan niemand zich verbergen. Jezus wist dat hij in de boom zat en wilde hem bekeren. Daarom riep Hij hem uit de boom. Hij wilde mee naar zijn huis. 

Als je bekeerd wordt door Jezus komt Hij, door middel van de Heilige Geest, in je huis, je hart wonen.

Zacheus kreeg meer van God dan hij had verwacht


Het zaligmakende geloof in Jezus Christus

(2018) Het schilderij beeld een rots onder de grond uit waar het kruis van Christus met een stalen voet in is verankerd. De rots is niet zichtbaar. Deze is afgedekt met een laag drijfzand, dat beeld alles van deze wereld uit. Je kunt er niet op vertrouwen, alleen op de Rots Christus kunnen we vertrouwen.

Het schilderij is een dwarsdoorsnede van de aarde. De rots kan ook gezien worden als Golgotha met de drie kruizen.

Het stormt op aarde en in het leven, dat is uitgebeeld door storm en regen net boven het aardoppervlak. De storm en regen druk het leven hier op aarde uit waar mens en dier lijdt onder de gevolgen van zonde. De zonde wordt bedekt door het bloed van Christus dat van het kruis vloeit en als een lint alles bedekt. Voor God die in de hemel woont zijn de zonden door het bloed van Christus bedekt. 

De geknielde vrouw buigt in geloof voor het kruis en aanbidt Jezus de Zaligmaker.

De stormen blijven komen, ook voor mensen die door God bekeerd zijn en door genade in hem geloven. Maar voor hen ligt er hoop in de kleuren van de regenboog die in de lucht juist bij stormen te zien is. Voor hen zal het straks zaligheid zijn, de poort tot hoog in de hemel.

Lees meer ...

Bronnen

Johannes 11: 27 “Ja Heere, ik heb geloofd.” 

Het antwoord van Martha tegen de Heere Jezus. Zij is de geknielde vrouw voor het kruis. Haar Zaligmaker hangt aan het kruis voor haar zonden.           

Johannes 1: 43

Zoek het niet in de naam Simon, dat is drijfzand en stelt de oude onbekeerde mens voor. Simon is met zijn oude naam de zoon van Jona, een mens. Cefas wordt zijn nieuwe naam, een mens bekeerd tot God. Dit zien we ook bij Jacob die Israel genoemd wordt.

Mattheus 16 : 18 "En op deze petra zal Ik Mijn gemeenten bouwen"

De kerk wordt gebouwd op de petra gefundeerd op de rots Christus, de naam Cefas of Petrus. De kerk wordt dus niet gebouwd op Petrus, maar op Zijn Meester de Heere Jezus en Petrus mag een apostel zijn.

Dat staat beschreven in Joh. 21: 15-19

Zondag 25, Heidelbergse Catechismus

Verzekeren en verzegelen van het geloof. Daarvoor dienen de sacramenten.

Een vast geloof ingeplant in Christus. Als het geloof gefundeerd is in Christus, als een paal met een stalen voet in een blok beton, dan kan het stormen, maar zal deze niet omwaaien.

Dit kan aan het Heilig Avondmaal wel eens bevestigd worden als de zondaar ziet op drie dingen:

Zonden, Zaligmaker, Zaligheid. Deze drie onderwerpen zijn op het schilderij van onder naar boven uitgebeeld.

Zonden, het drijfzand met alle ongerechtigheden.

Zaligmaker, het bloed dat daar als een lint tussen ligt en alles bedekt.

Zaligheid: De lucht met in het midden heel hoog het zicht op de eeuwige zaligheid.

 


De gedachten en het gebed van koning Hizkia

(2021) Deze koning van Israel was nog erg jong toen de profeet Jesaja hem kwam vertellen dat hij ernstig ziek was en moest gaan sterven. Na zijn gebed mocht hij nog 15 jaar van de Heere God leven.

Lees meer ...

, beschreven in Jesaja 38:

 

  1. “Geef bevel aan uw huis, want gij zult sterven, en niet leven.”
  1. “En Hizkia weende gans zeer.”
  1. “Ik heb uw gebed gehoord, Ik heb uw tranen gezien; zie, Ik zal vijftien jaar tot uw dagen toedoen.”
  1. “Gelijk een kraan of zwaluw, alzo piepte ik, ik kirde als een duif; mijn ogen verhieven zich omhoog; o HEERE, ik wordt onderdrukt, wees Gij mijn Borg.”
  2. ”Ik zal nu al zoetkens voorttreden al mijn jaren, vanwege de bitterheid mijner ziel.”
  3. ”Heere, bij deze dingen leeft men, en in dit alles is het leven van mijn geest, want Gij hebt mij gezond gemaakt en mij genezen.”
  4. "Want Gij hebt al mijn zonden achter Uw rug geworpen." 

19. ”De levende, de levende, die zal U loven.”


De Ark van Noach - de zondvloed

(2018) De zondvloed is een bekende gebeurtenis die we kennen uit de Bijbel. Over heel de wereld was een grote watervloed gekomen. Mensen en dieren verdronken. Noach had een ark gebouwd. Vlak voordat de vloed kwam heeft Noach van alle diersoorten een mannetje en vrouwtje in de ark gelaten. Samen met zijn gezin ging hij erin en werd zo gered.

Lees meer ...

Genesis 7 vers 17 tot 19 "… en de wateren vermeerderden, en hieven de ark op, zodat zij oprees boven de aarde. En de wateren namen de overhand, en vermeerderden zeer op de aarde; en de ark ging op de wateren. En de wateren namen gans zeer de overhand op de aarde, zodat alle hoge bergen, die onder den ganse hemel zijn, bedekt werden.”                         

De zondvloed tekent ons de grote tegenstelling tussen de serene stilte op het water en de totale vernietiging onder het water. De ark drijft daar met acht mensen hoog in de eenzaamheid, als  het ware opgetild. Een zeer lange stilte van 150 dagen. Wat een stilte na deze ontzettende gebeurtenissen. Met de frisse kleuren en de rustige lijnen in het midden is deze stilte uitgedrukt. Stilte na de storm in dit geval. Verstommende stilte na een ramp. De buien van het oordeel drijven weg, maar hangen ook als een sluier van bedreiging over de ark.

Maar er is ook een poort in de wolken zichtbaar. Wie daardoor mag zien, ziet de regenboog van hoop en vertrouwen die de Heere gegeven heeft. Onder in het water is met rood het bloed van de omgekomen mensen uitgebeeld. Tegelijk drukt dat de zonde uit, die onder de waterspiegel bedekt is. De waterspiegel is met het rood van het bloed van Christus afgebeeld. De ark drijft daar op, de enige grond van behoud voor de ziel. Maar ook: de zonden zijn bedekt door het bloed van Christus.  Het water wat het oordeel uitvoert aan de goddelozen is tegelijk het drijvende middel waar de gelovigen door worden gedragen. 

In het woelige water zijn verschillende dingente zien. Je kunt het zien als de opstuwende golven met witte schuimkoppen; zeer onrustig water. Maar tegelijk kan het schilderij ook als een abstracte dwarsdoorsnede van de aarde gezien worden. Onderin het hete magma. Daarboven de bergen met hun witte sneeuwtoppen. En een schil van water om de aarde heen, die doet denken aan de atmosfeer.


De tempel van Salomo

(2019) Salomo heeft de tempel van Jeruzalem gebouwd. Het heiligdom waar de offerdienst plaatsvond. Rond de tempel was een voorhof waar alleen de Joden mochten komen. In de tempel zelf mochten alleen de priesters komen met het bloed van het geofferde dier. De tempel bestond uit twee ruimten. Het Heilige waar het reukofferaltaal stond. Achter dikke gordijnen was het Heilige der Heilige met de ark. Daar mocht niemand komen. Een keer per jaar alleen de hogepriester om te bidden voor het volk. Zo bid Jezus, Gods Zoon, nu voor Zijn volk in de hemel bij God de Vader.

Lees meer ...

"Och, mocht ik in die heilige gebouwen" Psalm 27 vers 3                                                                                               

De verzuchting van een heidense vrouw die niet in het voorhof mocht komen. Ook niet in het voorhof der joden. Hoe onmogelijk was het voor haar om iets van de offerdienst te mogen ervaren. Ook de heidense Moorman, beschreven in Handelingen 8, had die ervaring. Hij keerde onverrichter zake terug vanuit Jeruzalem, omdat hij tegen de muur van het voorhof opliep.

 

Zoals een ‘ van verre staande’ kan zien op de heilige verrichtingen en er voor zichzelf geen deel aan heeft.

Maar ook zoals de bruid uit het Hooglied ziek is van liefde en op zoek is naar Jezus, haar Liefste, maar Hem niet vindt. De wachters op de muren en de dochters van Jeruzalem komt ze wel tegen. Ze zijn allemaal druk en dichtbij de dienst des Heeren in de beleving van de bruid, maar zij kunnen haar niet helpen en zelf staat ze erbuiten. Ze heeft niet in de gaten dat ze het bruiloftskleed al draagt. Psalm 84 vertolkt haar hart.

 

De offerdienst uitgebeeld: Het begint met de Israëliet die het lam brengt. Zijn rechterhand op de kop van het dier om zo aan te geven: Mijn schuld rust op hem. De priester wacht hem op om het gereed te maken tot de slacht en het op het gedurig brandofferaltaar te offeren. Andere priesters brengen de restanten van het offerdier weg buiten het leger. De Israëliet staart hem na en ervaart dat het offer buiten de legerplaats gebracht moet worden door zijn schuld, zoals Jezus op Golgotha. Een priester brengt het bloed naar de tempel. De hogepriester kan alleen met dit bloed naderen in het Heilige tot het reukofferaltaar. Alleen door die goede reuk kan ons gebed opstijgen tot God in de hemel. Symbolisch getekend tot boven de tempel uitstijgend. Het gebed van de heidin of bruid op afstand wordt toch gehoord, zoals in de offerdienst, zoals beschreven in Psalm 141 vers 3.


De doortocht door de Schelfzee

(2023) Het volk van Israel was door Jozef en zijn broers in Egypte terecht gekomen. Ze hebben daar lange tijd gewoond. Eerst als vreemdelingen die daar vrij mochten wonen, maar later werden ze onderdrukt als slaven. Toen heeft God ervoor gezorgd dat ze vluchten konden uit dit land. Maar de Farao en zijn leger kwamen achter hen aan. Ze liepen klem bij de Schelfzee. Voor hen het water, aan weerskanten bergen en achter het leger van Farao. Mozes, de leider van het volk, moest zijn staf uitstrekken naar het water. Toen ontstond er een droog pad door de zee. Toen ze aan de overkant waren strekte Mozes opnieuw zijn staf uit. Het water stortte weer in en het leger van Farao verdronk.

Lees meer ...

Ps. 68 : 11 “U zullen als op Mozes bee, Wanneer het pad loopt door de zee, geen golven overstromen”    

Exodus 14 : 27 Toen strekte Mozes zijn hand uit over de zee; en de zee kwam weder, tegen het naken van den morgenstond, tot haar kracht; en de Egyptenaars vluchtten die tegemoet; en de HEERE stortte de Egyptenaars in het midden der zee.        

Hebreeën 11: 22 “Door het geloof heeft Jozef stervende gemeld van den uitgang der kinderen Israëls, en heeft bevel gegeven van zijn gebeenten.”

Hebreeën 11: 29 “Door het geloof zijn zij de Rode Zee doorgegaan als door het droge; hetwelk de Egyptenaars ook verzoekende, zijn verdronken.”

Jozua 24 : 32 “Zij begroeven ook de beenderen van Jozef, die de kinderen Israëls opgebracht hadden te Sichem…”

De kist van Jozef.  Heeft u er wel eens over nagedacht dat de beenderen van Jozef veertig jaar lang door de Israëlieten meegedragen zijn door de woestijn. Al die tijd, meegedragen. Als een toonbeeld.

Dus het was niet zomaar een opdracht. Ze hebben er veertig jaar aan gedacht. En ze hebben de beenderen ook daadwerkelijk begraven, zo lezen we in Jozua 24.

Jozef was een type van Christus. We weten hoe vaak de Israëlieten getwijfeld hebben. Bang zijn geweest. Was dat nodig? Misschien kunnen we ze wel begrijpen en wij hadden waarschijnlijk niet anders gedaan.

Maar, ze konden toch weten dat het goed zou komen. Ze zouden in Kanaän komen. Hoe konden ze dat weten? Als ze gezien hadden op het vaste geloof van Jozef. Zijn beenderen zouden begraven worden in Kanaän. Dus dan zouden zij er ook komen. Met name bij de Rode Zee was het zo benauwd. Maar ook daar hadden ze die beenderen bij zich.

Daarom dit moment afgebeeld. Eigenlijk precies van de andere kant waarvan we het misschien vaak in ons hoofd hebben. Hier komen ze veilig aan land. In de verte komt Farao en z’n leger het pad door de zee al ingestormd. Het volk van Israël komt er net uit. Vooraan de mannen die de kist van Jozef dragen. Daarachter de priesters en de levieten die alles dragen. Daarachter in het midden de grote schare. Links de kudde schapen, rechts de runderen.  Mozes staat links op een steen toe te kijken.


Jacob bij Laban

Jacob was de zoon van Izak, hij was een tweeling met zijn broer Ezau. Deze broers waren niet elkaars vrienden. In de buik van Rebekka was hun rivaliteit al te merken. Er staat dat Jacob, die als tweede geboren werd, de hiel van zijn broer Ezau vasthield tijdens de geboorte. 

Ze waren allebei heel anders van uiterlijk en karakter. Het leverde veel onenigheid. Ezau, de stoere jager, waar Izak trots op was en Jacob die geliefd was bij zijn moeder. Het gaat uiteindelijk goed mis als Ezau met honger van de jacht terugkomt en Jacob vraagt om een schotel linzenmoes. Jacob wil dat wel geven, maar alleen als Ezau zijn eerstgeborenrecht aan hem verkoopt. Later zal Jacob vluchten naar zijn oom Laban, omdat Ezau hem voor deze daad wil doden. 

Lees meer ...

Genesis 31 : 13 “nu, maak u op, vertrek uit dit land en keer weder in het land uwer maagschap”             

Zie je Jacob daar zitten in het veld. Hij zit tegenover Rachal en Lea.

In een mooie weide met klaprozen en anemonen.

Hij ziet zijn schapen lopen, gespikkelde en witte schapen.

En verderop de bergen van Gilead en korenvelden.

En ver daarachter ligt dat land waar hij vandaan komt, Kanaan, en daar ergens het opgerichte teken van Bethel waar herinneringen liggen. Daar zag hij eens een ladder vanuit de hemel.

Jacob moet terug naar het land waar hij vandaan komt. 

Dat was niet zo eenvoudig. Hij was daar ooit weggevlucht voor zijn broer Ezau. Jacob had Ezau bedrogen door zich bij zijn oude vader Izak voor te doen als Ezau en zo de eerstgeborene zegen te ontvangen. Dat overdenkt hij bij zijn kudde.

 

 

 

 


Spruit

Een vos-konijntje in de achtertuin


De regenboog

(2025) De regenboog is een bekend natuurverschijnsel dat we kunnen zien als de zon op wolken, regen, mist of damp schijnt. Ook dit is door de Heere God geschapen. Het staat beschreven in het Bijbelboek Genesis. Het bijzondere is dat God de regenboog tussen hem en tussen de aardbol plaatst. Vanuit Hem gezien. Daarom is op het schilderij de regenboog van bovenaf geschilderd, hoe God ons ziet. Wij zijn maar hele kleine mensjes, tegenover de grote God.

Genesis 9

13 Mijn boog heb Ik gegeven in de wolken; die zal zijn tot een teken des verbonds tussen Mij en tussen de aarde.

14 En het zal geschieden, als Ik wolken over de aarde brenge, dat deze boog zal gezien worden in de wolken;

 

Het gedicht is van Jannie Klok uit Tholen

 

Lees meer ...

God heeft de regenboog gemaakt om een verbond met Noach en alle mensen na hem nog eens extra te bevestigen. Het is niet alleen de belofte dat de wereld nooit meer door een totale watervloed zal vergaan (vers 11). Hij zal ook eeuwig aan Zijn kinderen, de mensen die door het geloof in Jezus Christus tot Hem bekeerd worden, denken. In het teken van de regenboog ligt dus hoop. Op dat moment dat je de regenboog ziet weet je: De Heere denkt nog aan de mensen. Alle mensen kunnen tot Hem bekeerd worden.

Opvallend is dat er twee keer het woord tussen in één zin wordt gebruikt. Wij zeggen vaak één keer tussen. De boom staat tussen jouw en mij. Maar hier staat. De regenboog staat tussen jullie en tussen Mij. Alsof benadrukt dat we van God gescheiden zijn. Er is een grote ruimte tussen God en ons. En daartussen de regenboog. Ook daarom is het schilderij geschilderd vanuit de ruimte gezien. De twee tussenruimten (tussen de boog en de aarde, en tussen de boog en God) worden zo benadrukt.

Verder is op het schilderij het eiland Tholen te zien. De dorpen en de steden Tholen en Bergen op Zoom staan in brand. De wereld staat in brand als je kijkt naar alle oorlogen, misdaad, leed wat er is. In de kerk wordt dat vaak zo uitgedrukt: De wereld bloedt uit duizend wonden. Dat is afgebeeld door de barsten in de aarde naast de dorpen en steden. Het bloed loopt eruit en de huizen branden en roken.

Maar het zonlicht van God schijnt er ook op. Ook op de wolken. Daarom is die boog te zien. Er is nog hoop voor de wereld, ook waar het brandt.

De wolken geven ook regen, het kan stormen op zee. Onderaan te zien.

Genesis 9

9 Maar Ik, ziet, Ik richt Mijn verbond op met u, en met uw zaad na u;

10 En met alle levende ziel, die met u is, van het gevogelte, van het vee, en van alle gedierte der aarde met u; van allen, die uit de ark gegaan zijn, tot al het gedierte der aarde toe.

11 En Ik richt Mijn verbond op met u, dat niet meer alle vlees door de wateren des vloeds zal worden uitgeroeid; en dat er geen vloed meer zal zijn, om de aarde te verderven.

12 En God zeide: Dit is het teken des verbonds, dat Ik geef tussen Mij en tussen ulieden, en tussen alle levende ziel, die met u is, tot eeuwige geslachten.

13 Mijn boog heb Ik gegeven in de wolken; die zal zijn tot een teken des verbonds tussen Mij en tussen de aarde.

14 En het zal geschieden, als Ik wolken over de aarde brenge, dat deze boog zal gezien worden in de wolken;

15 Dan zal Ik gedenken aan Mijn verbond, hetwelk is tussen Mij en tussen u, en tussen alle levende ziel van alle vlees; en de wateren zullen niet meer wezen tot een vloed, om alle vlees te verderven.

16 Als deze boog in de wolken zal zijn, zo zal Ik hem aanzien, om te gedenken aan het eeuwig verbond tussen God en tussen alle levende ziel, van alle vlees, dat op de aarde is.

17 Zo zeide dan God tot Noach: Dit is het teken des verbonds, dat Ik opgericht heb tussen Mij en tussen alle vlees, dat op de aarde is.

 


Nood in Corona-tijd

(2020) Dit beeld uit de Bijbel kwam naar boven tijdens de lockdown van maart 2020. Waar IC’s in het land overvol lagen. Toen in Italië heel veel doden werden weggedragen. 

Toen moest ik denken aan het verhaal van de profeet Ezechiël die bij de ballingen in Babel zeven dagen aan de rivier Chebar verbaasd bleef zitten. Op de achtergrond de verbrandde resten van de stad Jeruzalem. Aan de andere kant van de rivier een rouwende man. Daarachter de grafstenen. Ze hadden geen zin meer in het zingen, de harp hangt aan de wilg. Toch is er nog hoop. Jeruzalem zal weer opgebouwd worden.

Lees meer ...

Ezechiël 3 : 15 En ik kwam tot de weggevoerden te Tel-Abib, die aan de rivier Chebar woonden, en ik bleef waar zij woonden, ja, ik bleef daar verbaasd in het midden van hen, zeven dagen.

Psalm 137 beschrijft hun situatie en hoe zij zich voelden. Nu zaten ze daar aan de rivieren van Babel. Het zingen was ze vergaan. De harpen hadden ze maar aan de wilgen gehangen.

Maar toch is er hoop. Van linksachter komt er een straaltje licht. Want ook dat mochten de profeten doen. Profeteren dat er een nieuw Jeruzalem zou herbouwd worden uit de puinresten. De boom heeft voorzichtig weer wat groene blaadjes.

Jesaja gebruikt dat beeld in hoofdstuk 11 vers 1.

Want er zal een Rijsje voortkomen uit den afgehouwen tronk van Isaï, en een Scheut uit zijn wortelen zal Vrucht voortbrengen.

Uit de afgehouwen boomstronk, daarmee wordt bedoeld het vernietigde koningshuis van Juda (in Israel) zal een klein nieuw takje gaan groeien en dat wordt een grote boom. Daarmee wordt bedoeld de Heere Jezus die bij Kerst geboren wordt. Hij zal een eeuwige Koning. Zijn onderdanen zullen zijn kinderen zijn die tot Hem bekeerd worden.


In de gevangenis

(2024) Er zijn gevangenissen waarin de omstandigheden heel slecht zijn. Vooral in vroeger tijden was dit het geval. De gevangene heeft het gevoel er nooit meer uit te komen. Teruggeworpen op alleen water en brood.

In het leven kunnen dieptepunten ook zo ervaren worden. Er is troost in de Bijbel. Het gevoel in een donker gat terecht gekomen te zijn. Dan snak je naar een straaltje licht. De gevangene bidt tot God om hulp uit zijn nood. Van buitenaf straalt het licht zijn cel in. Dat geeft hoop.

Lees meer ...

Als je zelf in het donker zit, dan valt het licht vanuit de deur des te meer op. Het kan pijn doen aan de ogen. De verlossing is alleen van achter de deur te verwachten. 

Zo'n gebed van een gevangene is Psalm 130.

Psalm 130 vers 1

Uit diepten van ellenden
Roep ik, met mond en hart,
Tot U, die heil kunt zenden;
O HEER, aanschouw mijn smart;
Wil naar mijn smeekstem horen;
Merk op mijn jammerklacht;
Verleen mij gunstig' oren,
Daar 'k in mijn druk versmacht.

Het heil is te verwachten van Christus, het Licht der wereld, dat in de duisternis schijnt. 

Johannes 8 : 12

Jezus dan sprak wederom tot henlieden, zeggende: Ik ben het licht der wereld; die Mij volgt, zal in de duisternis niet wandelen, maar zal het licht des levens hebben.


Bekering

(2018) Wat is bekering? Je bekeren tot God. Dat betekent weer terugkeren naar God. De omkeer in je leven van zonder God te leven naar met God. Dit gebeurt door het lezen in de Bijbel. Woorden die je leest gaan je hart veranderen. De Heilige Geest zorgt ervoor dat er van alles in je verandert. Je voelt je ineens schuldig naar God, gaat vragen om vergeving, en door het geloof in Jezus Christus zalig. Kort gezegd is dat bekering. Uitgedrukt in een beeld...

Lees meer ...

Het schilderij beeldt abstract de bekering van een mens uit, hoewel dit onmogelijk juist uit te drukken is.

Een beeld gaat altijd mank, zeker over dit thema. Hoe verschillend zijn Gods wegen met een zondaar.

Hoe zwaar het gewicht drukt, hoeveel iemand in duister leeft, hoeveel zicht op Christus, hoeveel licht van de Geest op het woord; het zal bij ieder verschillend zijn.

 

Linksonder de zondaar, die leest in de Bijbel. Boven hem het onweer dat wijst op de wetgeving op de Sinaï. Het gewicht drukt de zondaar terneer. De eis van God, namelijk volkomen voldoening van de schuld; het is van metaal. Er gaat geen nagelschrapje van de eis af. Het volle pond moet betaald worden. Rechtsboven het licht van Gods heiligheid. Hij is een verterend Vuur waar niemand bij wonen kan. Als de zondaar zou naderen zou hij direct sterven. De zondaar heeft een verduisterd verstand, hij leeft in de mist. Hij ziet alleen maar zijn zonden en ongerechtigheden voor zich als een grote berg van schuld. Zijn Bijbeltje is gesloten, de hemel is als van koper. Hij ziet niet dat zijn Verlossing tussen hem en de Vader staat: Christus, gestorven aan het kruis, Zijn  bloed reinigt en bedekt zijn schuld. Hij staat tussen de zondaar en de Vader. God de Vader ziet in de zondaar een reine, schone bruid, omdat Hij haar aanziet in Christus. De zondaar ontvangt de verzekering van de verlossing van zijn schuld, doordat het licht van de Geest op het woord valt. De Heilige Geest gaat uit van de Vader en de Zoon. Jezus zegt in Joh. 14:16: “En Ik zal den Vader bidden, en Hij zal u een anderen Trooster geven…”

Psalm 32: 1 (berijmd): Welzalig hij, wiens zonden zijn vergeven…                               

Welzalig hij, wiens zonden zijn vergeven;
Die van de straf voor eeuwig is ontheven;
Wiens wanbedrijf, waardoor hij was bevlekt,
Voor 't heilig oog des HEEREN is bedekt....

Deze eerste vier regels drukken zo duidelijk uit hoe het pak van zonden van de rug van een zondaar afgetild wordt.

Zijn zonden vergeven. Vrijgesteld van de straf op de zonde. Vrijgesproken. De last opgeheven. Bevlekt door het wanbedrijf, besmeurd, kan hij niet voor het heilig oog van God verschijnen. Maar die zijn bedekt. God ziet die niet aan. Hij ziet in die mens een reine, vlekkeloos kind.


De bruid uit het Hooglied

(2018) In het Bijbelboek Hooglied wordt de band tussen een bruidegom en een bruid gebruikt als voorbeeld hoe de band tussen de Bruidegom Christus en Zijn bruid (kind van God) is. 

Op het schilderij is de bruid afgebeeld. Ze komt uit de woestijn in een mooie tuin. Dat is het beeld van een zondig mens die door God uit het zondige leven tot Hem getrokken wordt. 

Lees meer ...

Hooglied 3:6 Wie is zij die daar opkomt uit de woestijn?           Het beeld uitgedrukt van de bruid die uitgeleid wordt uit de woestijn. Wie is zij? Haar gezicht is onherkenbaar, tussen haar vlechten. Zij is de bruid van de Bruidegom Christus. Als rookpilaren staat er in de tekst. Aan weerskanten van de bruid geschilderd. Berookt met mirre en wierook; de lichtgroene waas die om de bruid hangt. De bruid wordt opgebracht uit de woestijn, losgerukt van de wereld, waar de zwarte tenten van Kedar staan. Dat gaat gepaard met kracht. Daar duiden de stofwolken achter en opzij op. Er ligt echter ook een scheiding tussen wat voor en achter ligt.

 

Hooglied 1:13 Een bundelken mirre

Mijn Liefste is mij een bundelken mirre, dat tussen mijn borsten vernacht. De geur van mirre vanuit Hooglied 3 heeft ook verband met dit bundeltje wat ze altijd bij zich heeft. Er liggen hier lijnen naar Hooglied 1:12.Terwijl de Koning aan Zijn ronde tafel is, geeft mijn nardus zijn reuk. De reuk komt van de bruid, maar wordt gewerkt door God als zij opgebracht wordt.

 

Hooglied 1 De zwarte bruid

Hooglied 1: 5 “Ik ben zwart, doch lieflijk, gelijk de tenten van Kedar.” De tenten liggen achter de bruid en tekenen haar oude leven in de woestijn. Hooglied 1: 6 “Ziet mij niet aan dat ik zwartachtig ben, omdat mij de zon heeft beschenen.” Het beschijnen van de zon wordt symbolisch weergegeven in het schilderij. In de tekst wordt dit meer bedoeld als druk bezig gehouden door het aardse leven en zo door de zon beschenen. In het schilderij wordt hiermee de goedertierenheid uitgedrukt die gepaard gaat met het opvoeren uit de woestijn.

 

Hosea 11:4 Koorden van liefde

“Ik trok hen met mensenzelen, met touwen der liefde.” En in Hooglied 1: 4”Trek mij, wij zullen U nalopen.” De bruid wordt getrokken uit de woestijn. De koorden zijn rood afgebeeld, duidend op het  bloed van Christus. Geleid langs deze koorden. Hosea 2: 5 “Ik zal uw weg met doornen betuinen.”

 

Ezechiël 20 en Hosea 2 Leiding door de woestijn naar het beloofde land

In Ezechiel 20 vers 5 en 6 beschrijft de HEERE hoe hij Israël uitkoos en het beloofde land uitgespeurd had voor hen. Vers 33 tot en met 44 beschrijft waarom en hoe God Zijn volk de woestijn in leidt, maar ook weer eruit. Hosea 2: 13 "Ik zal haar lokken en zal haar voeren in de woestijn." In de woestijn zullen ze tot bezinning komen. Hij zal tot hun hart spreken. Ze zullen er door geleid worden naar het beloofde land.


De winters is voorbij gegaan, de plasregens zijn over

(2018) Ook dit schilderij beeld een hoofdstuk van het symbolische Bijbelboek Hooglied uit. Het voorjaar komt weer in het land. De winter is voorbij. Een prachtig landschap en de vogels laten zich weer horen. Zo is het ook als Christus in je leven komt. Dan verdwijnen even alle sombere dingen. Dan komt er nieuw leven in je hart. In Hooglied wordt Hij vergeleken met een welp van de herten die springend over de heuvels dichterbij komt.

Lees meer ...

De plasregen is over, de zangtijd genaakt.                                                                          Tholen, 2018

Hooglied 2: 11 “Want zie, de winter is voorbij; de plasregen is over, hij is overgegaan”  aan de linkerzijde

Hooglied 2: 12 “De bloemen worden gezien in het land, de zangtijd genaakt, en de stem der tortelduif wordt gehoord in ons land.” In het midden afgebeeld.

 

Hij staat achter onze muur

Hooglied 2: 9 “Hij staat achter onzen muur, kijkende uit de vensteren, blinkende uit de traliën” Als het ware uit het Nieuwe Jeruzalem. In die vesting ben je veilig, afgebeeld als het koord van het huis van Rachab in Jericho. (Jozua 2) Hij ziet neer op de bruid die daar onder de appelboom ligt, krank van Liefde, aangeraakt door Hem.

Hooglied 2: 2 “Als een appelboom onder de bomen des wouds,..; ik heb groten lust in Zijn schaduw, en zit eronder,..

 

De dochters van Jeruzalem

Maar het is ook de gestalte van de bruid die niet meer weet waar ze Hem moet zoeken. De dochters van Jeruzalem aan de overkant van het water geven goede raad, maar daar kan ze zo weinig mee. Ze zoekt Hem. De dochters staan voor de bruid aan de goede zijde van het water bij Jeruzalem, maar ze zijn er nog niet in.

Hooglied 1: 7 “Zeg mij aan, Gij dien mijn ziel liefheeft, waar Gij weidt, waar Gij de kudde legert in de middag” en in vers 8 “Indien gij het niet weet, .. , zo ga uit op de voetstappen der schapen. Rechts afgebeeld.

 

Een Roos van Saron, een Lelie der dalen.

Hooglied 2:2 Langs het water afgebeeld. Het doet ook denken aan de grazige weiden van Psalm 23. “Hij doet mij nederliggen in grazige weiden; Hij voert mij zachtkens aan zeer stille wateren.

 

In de kloven der steenrotsen

Hooglied 2:14 “Mijn duive, zijnde in de kloven der steenrots, in het verborgene ener steile plaats, toon mij Uw gedaante, doe Mij uw stem horen” Dit is ver achter in het landschap zichtbaar.

 

Herten en reeën

Hooglied  2:7 “Ik bezweer u, gij dochteren van Jeruzalem, die bij de reeën of bij de hinden des velds zijt, dat hij de liefde niet opwekt, noch wakker maakt, totdat het dezelve luste”. Vers 8, 9 en 17 verder niet in het bijzonder afgebeeld. Maar als het ware zie je Hem komen, springende op de bergen, huppelende op de heuvelen, gelijk een ree of een welp der herten, op de bergen van Bether. Op de achtergrond de wijngaarden van Engedi.


De Roos van Saron

(2019) Ook dit is een beeld uit het Hooglied. Een vallei met veel kleurrijke bloemen in Israël, Saron. Christus is als de roos van Saron, dat is een soort lelie. Een hele mooie bloem. Er is ook een kleine lelie onder de doornen. Dat is een kind van God. Ook mooi. De mens is gemaakt naar Gods beeld, dus hij lijkt er op. Alleen de lelie zit helemaal vast onder de doornen. Zo is het ook met de mens, vastgekomen in de zonde en ellende van deze wereld. Christus gaat zijn kind halen. Hij is naar de aarde gekomen, heeft geleden, heeft de doornenkroon in zijn hoofd gedrukt gekregen, en is gestorven. Met Zijn bloed is betaald voor de zonden.

Meer lezen ...

Hooglied 2 : 1 Ik ben een roos van Saron, een Lelie der dalen                                                               

Dit schilderij geeft het uitzicht van iemand die staat onder de bomen des wouds, zoals dat staat in Hooglied 2:3. De appelbomen staan links en rechts van de opening waardoor de aanschouwer zicht heeft op de prachtige bloemenzee in de vlakte van Saron.

De vlakte van Saron was een zeer vruchtbare vallei. De Bruidegom zegt in de tekst dat Hij een Roos is, een Lelie, in de vlakte van Saron. In het grondwoord zien we dat hier een samenvatting bedoeld wordt van allerlei wilde bloemen. Het gaat niet zozeer over één bloem. De Bruidegom vergelijkt Zichzelf met de vlakte van Saron, zoals die in de lente volop in bloei staat. In Israël kan het in de zomer heel droog zijn. Alles wordt kaal en dor. Maar als de regen komt en de aarde doorvochtigt en de zon haar warmte geeft, wordt alles groen met daartussen allerlei prachtige bloemen. Het is een zee van bloemen. Deze bloemenzee geven de schoonheid van de Bruidegom weer.

Hij is de Roos van deze prachtige bloemenzee. Daarmee wordt niet de bij ons bekende roos bedoeld, maar de prachtigste bloem onder de bloemen. De Lelie. Rechts groot afgebeeld.

Gelijk een lelie onder de doornen … (Hooglied 2:1)Een zelfde lelie, maar dan klein onder de doornen. Dat is het kind van God, de bruid. Ze lijkt op de Bruidegom. Hij ziet Zichzelf erin terug. Maar het is een verschrikkelijke plaats voor de bruid. Ze gaat gebukt onder de zonden, die haar aanklagen; de doornen. Maar de Bruidegom ziet haar als een veldbloem, die heerlijk geurt en kleurt. Ze is Zijn vriendin. Hij toont haar Zijn liefde. Gevonden in een eeuwige liefde. Ze was bedekt met schuld en zonden, maar Hij zag haar van eeuwigheid. Maar de weg naar haar was afgesloten door doornen. We zien hier Christus’ Zelf-overgevende liefde! Hij is afgedaald tussen de doornen, om Zijn bruid te halen. Als je een bloem tussen de doornen moet plukken, kom je er helemaal beschadigd vanaf …  Christus kwam tussen de doornen. Geheel beschadigd. Het heeft Hem Zijn leven gekost, om die ‘lelie’ in Zijn bezit te krijgen. De weg van de Borg is te zien in de doornenkroon en het spoor van bloed, zich een weg banend door de doornen naar de lelie onder de doornen. De herfstbladeren tussen de kale doornstruiken benadrukken het bittere van de zonde.

 

De vallei met dorre doodsbeenderen

(2018) De profeet Ezechiël krijgt verschillende visioenen te zien. De beelden zijn vaak best aangrijpend. In dit schilderij zijn verschillende visioenen geschilderd, maar wordt ook het beeld van de woestijnreis met de koperen slang weergegeven.

Dit alles laat ons zien dat ons leven in het teken van de dood staat. Alle mensen zullen een keer sterven. Maar wie in Christus is zal eeuwig leven. De Heilige Geest geeft het nieuwe leven in je hart. En alleen door te zien op Christus, alleen door Zijn bloed, kunnen wij voor eeuwig bij God leven. De koperen slang is hier een voorbeeld van.

Lees meer ...

Ezechiël  37:4 “Profeteer over deze beenderen, en zeg tot hen: “gij zult levend worden.”        

Een beeld van de vallei met dorre doodsbeenderen. Een aangrijpend beeld wat Ezechiël te zien krijgt. Van de beenderen staat dat ze zeer dor waren. Een troosteloos en afschuwelijk gezicht. Daar moet hij tegen profeteren: “Gij dorre beenderen, hoort des HEEREN woord. Zie, ik zal den geest in u brengen, en gij zult levend worden. En Ik zal zenuwen op u leggen, en vlees op u doen opkomen, en een huid over u trekken, en den geest in u geven, en gij zult levend worden; en gij zult weten dat Ik de HEERE ben. Gij Geest, kom aan van de vier winden en blaas in deze gedoden, opdat zij levend worden. Toen kwam de geest in hen, en zij werden levend, en stonden op hun voeten, een gans zeer groot heir.”

 

Ezechiël  16:6 “Leef; ja, Ik zeide tot u in uw bloed: Leef.”   

De opdracht voor Ezechiël is Jeruzalem haar gruwelen bekend te maken door haar te wijzen op haar afkomst; hoe zij als een verstoten pasgeboren baby op het veld achter gelaten is. “Ten dage als gij geboren waart, werd uw navel niet afgesneden; en gij waart niet met water gewassen toen Ik u aanschouwde; gij waart ook geenszins met zout gewreven, noch in windelen gewonden. …maar gij zijt geworpen geweest op het vlakke des velds, om de walgelijkheid van uw ziel, .. Als Ik bij u voorbijging, zo zag Ik u, vertreden in uw vloed, en Ik zeide tot u in uw bloed: Leef, ja, Ik zeide tot u in uw bloed: Leef….en zie, uw tijd was de tijd der minne, .. , en gij werd Mijne.

 

Het schilderij brengt ons in eerste instantie in de vallei met dorre doodsbeenderen. De beenderen liggen verspreid. Ezechiël gaat in opdracht van de Heere tegen de beenderen profeteren. En de beenderen naderden tot elkaar, tot complete skeletten. Daarop kwamen de zenuwen en spieren terug en vervolgens ook de huid. Linksvoor afgebeeld. Maar nog steeds zijn ze zonder geest, er is geen leven in. Daar moet de Heilige Geest aan te pas komen. De profeet moet vragen om de Geest die in het lichaam moet blazen. Vergelijkbaar bij de schepping van de mens. De lichamen komen tot leven en staan op. In dit beeld ligt opgesloten dat alleen de Heere doden levend maakt. Zij zullen gebracht worden in dat Hemelse Jeruzalem. Ze zullen witte klederen aankrijgen en een schare zijn die niemand tellen kan. Door de Geest komt er leven, maar door het zien op de koperen slang, Christus, zullen ze Zijn volk zijn. Het blauw kan verschillend opgevat worden. De lucht, maar ook de glazen zee. Links van de vallei, de dood, rechts het leven; ook terug te zien in donker en licht. Rechtsvoor afgebeeldt het tafereel van het kind, weggeworpen in de woestijn. Zich wentelent in haar geboortebloed. Het zal sterven als niemand zich om haar bekommert. Het water en de doeken liggen erbij. Alleen Hij ziet haar en zegt; Leef in uwe bloede, Leef. Alleen Hij gaat haar verzorgen en wast haar met water en wikkelt haar in doeken. Ook de Heere Jezus werd in doeken gewonden, in nederigheid, liggende in de kribbe.


Het einde van Christen's reis

(2019) Elk mens moet een keer sterven. Het einde van het leven is te vergelijken met het einde van een reis. De reis door dit leven. Het sterven wordt in de Christenreis van John Bunyan vergeleken met een rivier waar de reiziger doorheen moet aan het einde van zijn leven, ook wel genoemd de doodsjordaan. Aan de overkant is de hemel, maar vlak voor de poort is nog een weg naar de hel. Hoe zal de overtocht zijn?

 

Lees meer ...

Dat wordt ook beschreven in het lied “Wat de toekomst brenge moge” dat geschreven is met het uitzicht van sterven.

Op het schilderij tuurt de reiziger met de hand boven de ogen na een lange en vermoeide reis. Wat zal zijn bestemming zijn? Aan de overzijde het gouden land met het Hemelse Jeruzalem dalende uit de hemel volgens het Bijbelboek Openbaring 21. Aan deze zijde heeft de rivier nog de aardse kleur, aan de overkant blinkt het van goud. Daartussen een spoor van bloed, alleen door het bloed van Jezus Christus kunnen we behouden worden. Eerst moet het nog door de doodsrivier, waar rechts ook de kolk en afgrond loeit. Het hertje uit Psalm 42 staat ook adem te halen bij het frisse water. Wat zal de zwanenzang uit "Eens was ik een vreemdeling" zijn van de reiziger?

Wat de toekomst brenge moge

Wat de toekomst brengen moge,
mij geleidt des Heren hand;
moedig sla ik dus de ogen
naar het onbekende land.
Leer mij volgen zonder vragen;
Vader, wat Gij doet is goed!
Leer mij slechts het heden dragen
met een rustig kalme moed!

Heer, ik wil Uw liefde loven,
al begrijpt mijn ziel U niet.
Zalig hij, die durft geloven,
ook wanneer het oog niet ziet.
Schijnen mij Uw wegen duister,
zie, ik vraag U niet: waarom?
Eenmaal zie ik al Uw luister,
als ik in Uw hemel kom!

Laat mij niet mijn lot beslissen:
zo ik mocht, ik durfde niet.
Ach, hoe zou ik mij vergissen,
als Gij mij de keuze liet!
Wil mij als een kind behand'len,
dat alleen de weg niet vindt:
neem mijn hand in Uwe handen
en geleid mij als een kind.

Waar de weg mij brengen moge,
aan des Vaders trouwe hand
loop ik met gesloten ogen
naar het onbekende land.

Psalm 42

Vers 1
't Hijgend hert, der jacht ontkomen,
Schreeuwt niet sterker naar 't genot
Van de frisse waterstromen,
Dan mijn ziel verlangt naar God.
Ja, mijn ziel dorst naar den HEER;
God des levens, ach, wanneer
Zal ik naad'ren voor Uw ogen,
In Uw huis Uw naam verhogen?

Vers 4
'k Denk aan U, o God, in 't klagen,
Uit de landstreek der Jordaan;
Van mijn leed doe 'k Hermon wagen;
'k Roep van 't klein gebergt' U aan.
'k Zucht, daar kolk en afgrond loeit,
Daar 't gedruis der waat'ren groeit,
Daar Uw golven, daar Uw baren
Mijn benauwde ziel vervaren.

Eens was ik een vreemdeling

Eens was ik een vreemd’ling voor God en mijn hart.
Ik kende geen schuld en ‘k gevoelde geen smart.
Ik vroeg niet: “Mijn ziele, doorziet gij uw lot?
Hoe zult gij rechtvaardig verschijnen voor God?”

Al sprak daar een stem uit de heilige blaân
van ‘t Lam, met de zonden der wereld belaân,
ik zocht bij de kruispaal geen veilige wijk,
‘k stond blind en van verre, in mij zelven zo rijk.

Ik deed als Jeruzalems dochters weleer,
ik weend’ om de pijn van mijn lijdende Heer,
maar dacht er niet aan, dat ik zelf door mijn schuld
Zijn kroon had gevlochten, Zijn beker gevuld.

Maar toen mij God Geest aan mij zelf had ontdekt,
toen werd in mijn ziele de vreze gewekt.
Toen voeld’ ik wat eisen Gods heiligheid deed.
Daar werd al mijn deugd een wegwerpelijk kleed.

Toen vlucht’ ik tot Jezus. Hij heeft mij gered!
Hij heeft mij verlost van het vonnis der wet!
Mijn heil en mijn vreugd’ en mijn leven werd Hij.
Ik boog m’, en geloofd’, en mijn God sprak mij vrij!

Nu ken ik die waarheid, zo diep als gewis,
dat Christus alleen mijn gerechtigheid is.
Nu tart ik de dood, nu verwin ik het graf.
Nu neemt mij geen satan de zegekroon af.

Nu reis ik getroost onder ‘t heiligend kruis
naar ‘t erfgoed hierboven, naar ‘t Vaderlijk huis.
Mijn Jezus geleidt mij door d’ aardse woestijn.
“Gestorven voor mij!” zal mijn zwanenzang zijn. 


Een zaaier ging uit om zijn zaad te zaaien

Een zaaier ging uit om zijn zaad te zaaien.

(2019) In Lukas 8 wordt het beeld van een boer gebruikt die zijn land inzaait. Nadat er gezaaid is kan er van alles gebeuren wat de groei van het zaad belemmerd. Direct komen de vogels al om het zaad weg te pikken. Zeker het zaad dat op de weg valt zal niet ontkiemen. Dan is er zaad dat in de grond terecht komt, maar om verschillende redenen niet tot een volgroeide aar komt. Als er stenen of harde grond onder de aarde ligt belemmerd dit de groei op wat langere termijn. Maar er is ook onkruid wat de aren verstikt. Gelukkig is er ook een groot deel wat tot een volgroeide aar komt. 

Lees meer ...

Lukas 8 : 5                                                                        

De Zaaier is Jezus. Hij strooit het zaad over de schare voor Hem. Ze zijn Hem gevolgd uit de liefde van hun hart. Wat kan Hij mooi preken! En zo begrijpelijk! Jezus wijst op de zaaier die aan het zaaien is op zijn akker. Van te voren heeft hij de akker bewerkt. Alleen hij kon niet zien dat er ergens een rots onder de aarde zat. Ook het zaad van de doornen zag hij niet. Hij strooide het zaad. Er valt wat op het pad. Dat wordt vertreden en opgegeten door de vogels. Er blijft niets van over. Er valt ook zaad op de plaats waar de rots onder de grond zit. Het schiet op in de hoogte. Maar als de zon gaat schijnen verschroeit het, want het heeft niet kunnen wortelen vanwege de rots eronder. Er is ook zaad dat tussen het zaad van de doornen valt. Het schiet wortel en groeit op. Tegelijkertijd groeien ook de doornen. Die groeien veel harder en de tarwe verstikt … Er blijft niets van over. Dan is er nòg een plaats waar het zaad valt. De Heere zegt … . En het andere viel op de goede aarde, en opgewassen zijnde, bracht het honderdvoudige vrucht voort. Dit zaad kan wortelen. Als het opkomt en groeit, komt er vrucht. Dertig-, zestig- of honderdvoudige vrucht. Jezus is een bijzondere Zaaier. De zaaier op zijn akker ziet geen verschil. Hij ziet niet waar een rots is onder de aarde of waar er zaad van doornen ligt. Jezus de grote Zaaier ziet wat er is in het hart van de mensen. Hij weet waar het pad loopt, waar de rots ligt en waar de doornen zijn. Maar Hij weet ook waar de goede aarde is. Hij weet waar het zaad wordt vertreden of weggepikt. Waar het snel groeit maar ook weer verdort, waar het verstikt en er niets van overblijft. Hij weet ook waar het wortelt, groeit en vruchten voortbrengt. De vier genoemde beelden zijn van links naar rechts achtereenvolgens afgebeeld.

Linksachter is het berijmde vers van Psalm 65: 9 geschilderd.

De velden zijn bedekt met kudden;                                      Zij juichen, elk op zijne wijze;
De dalen zijn bekleed                                                              Uw eer klimt uit het stof;
Met halmen, die van zwaarte schudden,                             Zij zingen, Uwen naam ten prijze,
En lonen 's landmans zweet.                                                  Uw goedheid en Uw lof.


De HEERE is God

(2020) Elia, de profeet, vindt het erg dat veel Israelieten afgoden dienen in plaats van God. Ze eten van twee walletjes en doen dan weer mee met de afgod Baal, en dan gaan ze weer naar de tempel van God.

Elia gaat het volk voor een scherpe keus stellen. Ga Baal dienen of ga God dienen, maar niet allebei half.

Om te overtuigen wie echt God is, vraagt hij de Baals-priesters hun god te vragen het offer aan te steken. Als dat niet lukt vraagt hij het zijn God. En dan wordt het vuur op krachtige wijze vanuit de hemel aangestoken. Het volk roept het dan uit: De HEERE is God!

Lees meer ...

1 Kon. 18 : 39  “De HEERE is God.”

Een bekende, ontzagwekkende geschiedenis: De profeet Elia die God aanroept bij het altaar en wordt verhoord. En de priesters van Baäl die hun god aanroepen maar niet worden gehoord.

De geschiedenis speelt zich af in de periode dat er een grote honger in het land was, omdat het lang niet geregend heeft. Elia roept Achab op om naar de Karmel te komen met alle profeten van Baäl. Daarom is op het schilderij een kale vlakte te zien waar de zon fel brandt en het zinderend heet is. Linksachter de Karmel.

Elia laat offerdieren en hout aanrukken en geeft de opdracht dat zowel de profeten van Baäl als hij gaan bidden om vuur zonder het zelf aan te steken. En rondom kijkt het volk van Israël toe, in een ring zitten ze om het hele gebeuren heen. Op de achtergrond de profeten. Ze zijn al een tijd aan het bidden, maar er gebeurd niets. Ze worden uitzinnig, gedragen zich ook krankzinnig en pijnigen zich zelfs met gesels en messen tot bloedens toe. Maar hun zelfgemaakte god doet en kan niets. Naast het altaar staat een krakkemikkig beeld geschilderd. Verwijzend naar Jes. 41: 7 “Daarna maakte hij het met nagelen, dat het niet wankele” en Psalm 115 : 5-7 “Oren hebben zij, maar horen niet …” Het is eigenlijk een koddig gezicht en een zielige vertoning. Het afgodsbeeld leek heel wat, maar wankelt al, valt in stukken en wordt verpletterd door de kracht van de ware God.

Elia nam ondertussen twaalf stenen, naar het aantal stammen van Israël, en maakte daar een altaar van. Hij graaft zelfs een geul rond het altaar. Dan maakt hij tot drie keer toe alles drijfnat en ook de geul vult hij met water. Dit vergroot het wonder als dit daadwerkelijk in brand zal staan. Dan bidt hij ernstig tot de Heere en vraagt of Hij Zichzelf bekend wil maken. En dan gebeurd het. Een ontzagwekkend moment. Het offer gaat branden. Er staat in 1 Kon. 18 : 25 “Toen viel het vuur des HEEREN en verteerde dat brandoffer, en dat hout, en die stenen, en dat stof, ja, lekte dat water op hetwelk in de groeve was.” Het vuur viel uit de hemel. Het vuur van de HEERE, de Jaweh. Wie kan bestaan voor God die een Verterend Vuur is? De uitwerking op het volk is ook indrukwekkend. Vers 39” Als nu het ganse volk dat zag, zo vielen zij op hun aangezichten, en zeiden: “De HEERE is God, de HEERE is God.” Ieder die de almacht van God in Zijn nabijheid ziet valt plat op de grond.

Rechts op de achtergrond in de lucht; een wolkje als eens mans hand, toont de aangekondigde regen.


Golgotha, de hoofdschedelplaats

(2019) De Heere Jezus is gestorven aan het kruis. Naast hem werden twee moordenaars gekruisigd. Het was een zware gang naar het kruis, met de kruisbalk op de rug. Ter dood veroordeeld. De laatste stappen. Er is geen ander uitzicht dan de dood. 

Dat lijkt een beetje op ons leven. Wij hebben zonden gedaan en daarvoor worden we gestraft. Voor ons is er alleen vrijspraak mogelijk als een ander voor ons betaald. Tot één van de moordenaars heeft Jezus gezegd dat hij direct na de dood met Hem in het paradijs zou zijn. Vrijgesproken, toch gestorven, maar daarna met Christus Jezus in de hemel.

Lees meer ...

Markus 8 : 34 “Want zo wie achter Mij wil komen, . . ., neme zijn kruis op en volge Mij.      

Het beeld uitgedrukt van de zondaar die met zijn kruis op de rug torst naar de plaats van terechtstelling. Daar zullen de beulen de opgelegde doodstraf voltrekken. Deze zondaar is volledig terecht veroordeeld. Zijn vooruitzicht is de dood. Hij heeft in de dodencel gezeten en nu is het moment daar dat hij zal sterven. Hij heeft nog maar kort te leven en voor hem staat een gruwelijke dood. De plaats waar hij naar toe strompelt is voor hem de plaats van veroordeling.

Is er dan geen enkele uitweg meer? Kan iemand anders zijn straf teniet doen? Nee, hij zelf heeft de zonden begaan. Hij zelf zal die met zijn leven moeten betalen. Dat wijkt niet af van wat God tegen de mens die zondigt heeft, heeft gezegd in Genesis 2 : 17 “… ten dage als gij daarvan eet, zult gij den dood sterven.”

Het verging de derde moordenaar aan het kruis op dezelfde manier. Hij was volkomen terecht veroordeeld tot de kruisiging. Hij werd gehangen aan het kruis, samen met een andere moordenaar en Jezus. Daar had hij geen andere verwachting dan de dood te moeten sterven. Dat moest en mocht hij ook bekennen en erkennen toen hij zei: “En wij toch rechtvaardiglijk, want wij ontvangen straf, waardig hetgeen wij gedaan hebben; maar Dezen heeft niets onbehoorlijks gedaan.” Lukas 23 : 41.

En toch is er uitkomst tegen de dood bij God voor Zijn kinderen. Op het schilderij is de derde moordenaar geschilderd. Bovenop de Hoofdschedelplaats staan al twee kruizen, waarbij straks het middelste kruis het belangrijkst is. Daarvan moet het verwacht worden. In dat kruis waaraan de Middelaar Zichzelf en de zonden van Zijn kinderen heeft laten nagelen, ligt hoop. De zondaar ontvangt daar genade van de Allerhoogste. Golgotha is wellicht niet natuurgetrouw geschilderd, maar het bedoelt uit te drukken een hoofdschedel, een zwarte onheilspellende rots. In de kleuren van de lucht liggen veel beelden opgesloten. De avondzon; het leven is voorbij. Een strakke hemel als van koper; er zal niets van Zijn gerechtigheid afgedaan worden. Achter de heuvel blinkend licht van ochtendgloren; toch een teken van hoop. We hebben tegelijk met een barmhartig en genadig God van doen. Het klinkt: “Heden zult gij met Mij in het paradijs zijn.” Lukas 23 : 43


Psalm 18, mijn Burgt, mijn Rots, mijn Redder in nood


Uit de landstreek der Jordaan


Izak en Rebekka


Lydia, de purperverkoopster


Naomi en Ruth


Esther bij koning Ahasveros


Het water dat vloeit vanuit de tempel over heel de wereld


De Kananese vrouw


Hij moest door Samaria gaan


Filippus en de Moorman

In de tijd van de apostelen kwam een belangrijk man uit Morenland naar Jeruzalem, omdat hij gehoord had van God. Hij wilde daar meer van weten. In Jeruzalem bij de tempel aangekomen werd hij telleurgesteld. Als vreemdeling mocht hij niet in de tempel komen. Hij ging langs een woeste weg terug. Hij las de boekrollen van de profeet Jesaja.

God stuurt Filippus naar hem toe en die geeft uitleg. Ze komen langs een meertje. Hij vraagt of hij gedoopt kan worden. Dan wordt hij door Filippus gedoopt.

Lees meer ...

Handelingen 8 : 36 Ziedaar water, wat verhinderd mij gedoopt te worden?                         

De Moorman ging dus terug langs een ruige, woeste, verlaten weg. De minder gebruikelijke route om te nemen. Langs deze weg kwamen niet veel mensen.

Waar hij vol moed, vreugde en uitzien op de heenweg op de hoofdweg meegereist was met de pelgrims naar Gods huis. Kom ga met ons en doe als wij… Daar mocht hij niet de tempel binnen, omdat hij ontmand was. Teleurgesteld? Dat weten we niet.

Maar hij ging lezend terug naar huis. En hij zocht de stilte op. De woeste weg. Een weg wellicht ook met gevaren.

Daarom zo’n onheilspellende woeste weg met gebergten getekend. Wellicht niet de juiste weergave van de werkelijkheid, maar het gaat hier om de symboliek. 

Het water afgebeeld als op licht in de duisternis, een goede plaats, een Elim van rust envrede.

 

Filippus en de Moorman


Het bloed aan de deurposten

De eerstgeboren zoon van een Joods gezin in Egypte moet naar bed.

Vannacht zal de verderfengel langskomen om alle eerstgeborenen te doden, zowel van de Egyptenaren als van de Joden. Dit is gebeurd toen de Joden, die vierhonderd jaar in Egypte als slaven onderdrukt waren, gingen vluchten. 

Er was één uitzondering. Als er bloed van een lam aan de deurposten is gestreken dan zal de engel voorbijgaan en mocht de jongen blijven leven.

Vader heeft alles gedaan wat Mozes zei. Hij heeft ook het bloed aan de bovendorpel en zijposten gestreken. De jongen zou rustig moeten kunnen gaan slapen.

Maar de jongen kan niet slapen. Heeft vader het echt wel gedaan?  Vader kan wel zeggen dat hij het gedaan heeft, maar heeft hij het ook echt gedaan? Zijn leven hangt er vanaf. Voordat hij naar bed gaat, loopt hij naar de voordeur en kijkt of het echt aangebracht is.

En ja, vader heeft het bloed aangebracht. Hij ziet het op de posten zitten. Nu kan hij gerust gaan slapen. Hij is veilig achter het bloed van het lam.

Lees meer...

Exodus 12 - Oude Testamentdoch wanneer Hij het bloed zien zal aan de bovendorpel en de twee zijposten, zo zal de HEERE de deur voorbijgaan.                                                                                 

Zo is het ook in het geestelijke voor ons. We kunnen alleen sterven als onze zonden vergeven zijn door het bloed van Christus. Dat betekent doordat Hij aan het kruis gestorven is op Golgotha, en Zijn bloed vloeide, dat wij moeten weten of God dat ook aan de 'deurposten' van ons huis, van ons hart gestreken heeft.


Het pad door de zee

Als uw pad door de zee loopt

In Exodus 14 staat de geschiedenis beschreven dat het volk Israël voor een groot probleem komt te staan. Ze worden achtervolgd door het Egyptisch leger en lopen klem bij de Rode Zee. Voor hen de zee, naast hen aan weerskanten de bergen, achter hen het leger. Ze krijgen het heel benauwd. Op het allerlaatste moment verlost God hen door in het midden van de zee een pad te maken, waardoor ze kunnen ontkomen.

Lees meer ...

Zo kan het in het dagelijks leven ook zijn dat je ineens in een onmogelijke situatie komt te zitten, waar je niet meer uit kunt. En ook geestelijk kan dat ook zijn, dat je niet meer kan overzien of God je nog ooit zal liefhebben. En dan ineens zorgt God voor een oplossing. Dit beeld is een sterke bemoediging voor hen die in grote nood verkeren.

De dichter van Psalm 68 vers 11 (berijmd) heeft deze geschiedenis ook gebruikt om iemand te bemoedigen die geen oplossing meer ziet:

Gewis, hoe hoog de nood mag gaan,
God zal Zijns vijands kop verslaan;
Dien haar'gen schedel vellen;
Die trots, wat heilig is, onteert,
En, daar hij schuld met schuld vermeert,
Zich tegen Hem durft stellen.
De HEER heeft Zelf ons toegezeid:
"'k Zal u, door macht en wijs beleid,
Uit Bazan weer doen komen;
U zullen, als op Mozes' beê,
Wanneer uw pad loopt door de zee,
Geen golven overstromen."


Het brandpunt van Gods toorn op Golgotha

Wat is toorn? Niet zo zeer boosheid, wij mensen zijn al snel boos en de overtreffende trap is woedend of toornig.

De toorn van God is de grote verbolgenheid die God heeft over zonden. Zonden zijn gedachten, uitspraken, daden die haaks staan op wie God is. Een heilig God, volledig zuiver, zonder één verkeerde gedachte, woord of daad. 

Wat niet zuiver is, moet zuiver gemaakt worden. Denk aan edelmetalen. Als je zuiver goud wilt hebben, moet het sterk verhit worden, zodat alle onzuiverheid verbrand wordt.

Dat beeld wordt gebruikt als de volle toorn van God geblust moet worden door het betalen voor de zonde. Betalen voor de zonde kan door het sterven van een volkomen zuiver en niet zondig mens. De enige mens die zuiver was is Jezus, die als Zoon van God ook mens is geworden en op Golgotha is gekruisigd. 

De bundel van sterke zonnestralen die door een vergrootglas alle hitte op één punt samenbrengt geeft als beeld weer hoe de volle toorn van God op Jezus terecht kwam bij de kruisiging op Golgotha.

Lees meer ...

Jesaja 53 : 6 “doch de Heere heeft onzer aller ongerechtigheid op Hem doen aanlopen.”                        

Dit schilderij laat zien hoe groot de gevolgen van onze zonden zijn en wat het betekent als ze betaald moeten worden. De volle toorn Gods als een bundel vuur die door een vergrootglas tot een brandpunt samen komt. En als je in dat brandpunt staat wordt je volledig vernietigd. En dat is gebeurd met de Borg en Middelaar, de Heere Jezus Christus. Waarom heeft Hij dat gedaan. Uit liefde voor Zijn kinderen, zoals hij dat bid in het Hogepriesterlijk gebed in Johannes 17. Alleen uit de liefde en welbehagen van God.

Op Golgotha is dat ten uitvoer gebracht, linksonder afgebeeld. Hij werd van God verlaten, drie uur lang duurde de duisternis, vandaar ook een duistere omgeving afgebeeld. Op het schilderij is nog enig licht te zien, maar het was drie uur volledige duisternis.

Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?...

In Jesaja 53 wordt beschreven hoe de Heere Jezus als een schaap naar de slachtbank wordt geleid. Dat schaap heeft niets gedaan, is volkomen rein. Maar op Hem wordt onze zonden geladen. Om onze ongerechtigheden werd Hij verwond. Ik voor U, daar Gij anders de eeuwige dood had moeten sterven.